Cookie beleid vv Wilhelmus

De website van vv Wilhelmus is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Interne opleiding jeugdtrainer

Interne opleiding jeugdtrainer

Focus punten voor de interne opleiding jeugdtrainer

  • Hoe organiseer ik een training

    (x) Waarop trainen we

    (x) Welke oefen- en partijvormen

    (x) Hoe organiseer ik mijn training > maak het jezelf makkelijk en zorg dat voor aanvang van de training alle vormen klaar staan zodat je soepel van de ene vorm naar de andere kunt gaan. Hiermee houdt je ook de aandacht en concentratie vast

  • Hoe begeleid ik de training

    (x) Wees enthousiast

    (x) Straal uit dat voetballen, trainen, beter worden leuk is

    (x) Ga niet met je handen in je zak of armen over elkaar staan > wees op een actieve manier bezig met de kinderen

    (x) Noem de kinderen bij hun voornaam, geef ze complimenten, dit werkt stimulerend

    (x) GEEN telefoongesprekken tijdens de training of gesprekken met ouders of andere personen houden, focus je alleen op de aanwezige kinderen

  • Wat zijn de doelstellingen voor mijn leeftijdsgroep

    Bij bijv. de JO7 is dat vnl. het beheersen van de bal

     

    Wat zijn leeftijdsspecifieke kenmerken van mijn voetbal team.

     

    De leeftijdsspecifieke kenmerken van de JO7-speler

 

    1. Wil spelen. Hij sport niet, hij speelt. Het is niet zijn doel zich te ontwikkelen tot voetballer. Het gaat erom dat hij onbewust en spelenderwijs dingen ontdekt. Maak overal een spelletje van, ook het opruimen van de spullen.
    2. Houdt van avontuur. Hij voetbalt omdat hij dat spannend vindt. Hij ervaart zijn omgeving niet als een voetbalveld met afmetingen en regels, maar als een uitgestrekt wonderland.
    3. Wil de bal hebben. Een enkeling kijkt liever nog even toe en schiet de bal ver weg, maar voor de meeste spelers geldt: waar de bal is, daar moet je zijn. Voor die andere enkeling is de bal al meer een middel om kansen te creëren en doelpunten te maken, maar meestal is de balcontrole nog gering. Vandaar dat ze allemaal bij de bal willen zijn.
    4. Is gericht op zichzelf. Ik en de rest van de wereld. Gezond egocentrisme, gaat vanzelf over.
    5. Werkt niet samen. De mini-pupil speelt niet over. Accepteer dit. Wat als een speler het wel doet? Dat is erin gehamerd door papa. Stimuleer het dribbelen, het zelf op avontuur gaan.
    6. Kent weinig regels. Van spelbedoeling en competitiereglementen snapt hij nog weinig. Basale spelregels begint hij te begrijpen, al is er weinig oog voor de belijning. Wel weten ze welke richting ze op moeten en dat ze moeten scoren in een doel.
    7. Houdt het lang vol. Maar een uur is lang voor een mini-pupil. Geef veel beurten, hij leert door herhaling. Las wel tijdig rustmomenten of een drinkpauze in.
    8. Leert door te herhalen. Hij wil niet steeds iets nieuws proberen. Hij wil opgaan in de vorm, heeft succes én uitdaging nodig. Dingen moeten lukken én soms mislukken.
    9. Heeft weinig geduld. Hij wil bewegen, niet luisteren. Bombardeer hem niet met informatie. Geef korte, precieze instructies. Stop met aanwijzingen geven als hij er blijkbaar nog niet voor openstaat.
    10. Is snel afgeleid. Een spanningsboog van tien minuten is het maximum. Wissel tijdig van activiteit of spelvorm. Drijft er een luchtballon over? Ga erbij liggen en geniet mee.
    11. Zet aanwijzingen niet om in daden. Met name aanwijzingen gericht op zijn lijf heeft geen zin. Zeg niet: ‘Standbeen naast de bal, opendraaien na de balaanname’. Doe alles voor. Hij is visueel ingesteld en leert een voetbalhandeling (aannemen, mikken) door nabootsing.
    12. Is visueel ingesteld. Hij gaat nog meer op in het spel als je het aankleedt als een avontuur. Vertel een kort, spannend verhaal over een leeuw die wordt opgejaagd door een jager en hij doet nog meer zijn best.
    13. Krijgt graag aandacht. Laat hem zijn vaardigheden voordoen en gebruik dit als positief voorbeeld bij een uitleg. Help elke speler in zijn eigen tempo.
    14. Vaart wel bij routine en structuur. Voer geleidelijk veranderingen door in de training. Bouw een structuur waarin continuïteit centraal staat, maar ruimte is voor verandering. De mini-pupil went pas na enkele weken aan een nieuwe vorm.
    15. Heeft behoefte aan geborgenheid. Accepteer dat de mini-pupil zomaar van het veld af loopt en mama opzoekt. Laat hem zich thuis voelen in de groep, dan keert hij snel terug. Stimuleer moeders en vaders de rol van spelleider op zich te nemen.

       

  • Hoe coach ik mijn spelers

    (x) Balans zoeken tussen voorzeggen en vragen

    (x) Iedere speler op een andere manier benaderen

    (x) Coach positief: zeg bijvoorbeeld > dat was een goeie pass maar probeer volgende keer ook te kijken of je de bal naar de andere kant kunt spelen (als daar bijvoorbeeld meer ruimte was)

    (x) Geef kinderen de ruimte, als er eentje in je team zit die veel pingelt niet van huis uit bij iedere keer dat hij de bal krijgt overspelen roepen. Je kunt nl. ook het pingelen verbeteren waardoor je een speler hebt met een individuele actie die door passeren ruimte kan maken op de rest van het veld

     

  • In hoeverre is mijn eigen vaardigheid belangrijk

    Is redelijk belangrijk, probeer dus zelf datgene wat je gaat trainen te oefenen

     

  • Oefenstof per leeftijdscategorie

     

    In het beleidsplan van de vv Wilhelmus staat precies per leeftijdscategorie beschreven welke onderdelen van het spel de kinderen van een bepaalde leeftijdscategorie horen te beheersen. Alle trainingsvormen die op de site staan zijn op basis daarvan samengesteld

     

     

  • Loopscholing

     

    Bij het lopen is het belangrijk dat we op de voetbaltrainingen op een juiste manier lopen. Lichaam goed in balans en een goed voetenwerk. We moeten ook aandacht vestigen op de manier hoe we lopen, welk gedeelte we van onze voet gebruiken en hoe ons lichaam moet meebewegen. Ook hier gaan we dus tijdens trainingen aandacht aan besteden.

     

     

  • Belangrijke trainingsonderdelen

     

    - Basisbewegingen (aannemen, passen, enz.) (statisch en in beweging)

    - Schijn-en passeerbewegingen

    - 1 tegen 1

     

Kijk voor leuke oefeningen eens naar de Rinus app van de KNVB.

 

Rinus, de online assistent-trainer | KNVB

https://www.knvb.nl/assist/assist-trainers/actueel/hoe-werkt-het

 

Ook super leuk om te lezen maar vooral ook heel leerzaam is de

Wiel Coerver methode :

www.trainershoekske.nl

 

HEEL VEEL PLEZIER EN SUCCES MET DE TRAININGEN !!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!